Voor wie is de ForCA QuickScan bedoeld?

De ForCA QuickScan is ontwikkeld voor de bij ForCA aangesloten instellingen. Het instrument richt zich dan ook voornamelijk op gedragsinterventies binnen het werkveld van de justitiële jeugdinrichtingen en de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie. De ForCA QuickScan kan zonder vergoeding gebruikt worden, ook voor instellingen die niet bij ForCA zijn aangesloten.

Wie kan de ForCA QuickScan gebruiken?

De ForCA QuickScan kan door iedereen die bij de implementatie van een gedragsinterventie betrokken is, worden gebruikt. Dit geldt dus voor een manager die wil weten welke gedragsinterventie ingevoerd moet worden, als voor de uitvoerder van een interventie die geïnteresseerd is in de implementatie van de gedragsinterventie. Het is wel goed om je af te vragen of één persoon alle noodzakelijke kennis over het implementatietraject heeft om de ForCA QuickScan goed in te kunnen vullen. Het is naar alle waarschijnlijkheid beter om de ForCA QuickScan door meerdere betrokkenen in te laten vullen. Gebleken is namelijk dat het vanuit verschillende gezichtspunten beoordelen van een implementatietraject waardevolle informatie oplevert over belemmerende en bevorderende factoren bij het implementeren van gedragsinterventies.

Waarom is de ForCA QuickScan ontwikkeld?

De implementatie van interventies verloopt niet altijd even goed. Interventies die worden gebruikt, kennen vaak problemen in de uitvoering. Het gevaar bestaat dat interventies, die niet worden uitgevoerd zoals bedoeld, averechts werken. De ForCA QuickScan is een hulpmiddel bij de implementatie van interventies. Door het invullen van de ForCA QuickScan krijgt de gebruiker snel zicht op belemmerende en bevorderende factoren die spelen bij de implementatie van gedragsinterventies. Door bewust te zijn van deze factoren kan hier tijdig op worden ingespeeld.

Wat is het doel van de ForCA QuickScan?

Het doel van de ForCA QuickScan is om u snel inzicht te geven in de belemmerende en bevorderende factoren die bij uw organisatie spelen bij de implementatie van een of meerdere gedragsinterventies. Daarnaast kunt u de ForCA QuickScan gebruiken voor het evalueren van al lopende implementatietrajecten.

Wat kan ik met de uitkomsten van de ForCA QuickScan?

De ForCA QuickScan geeft informatie over de bevorderende en belemmerende factoren die spelen rondom het (toekomstige) implementatieproces. Na het invullen van de domeinen wordt een resultatengrafiek gemaakt. Deze grafiek maakt snel inzichtelijk wat de bevorderende factoren (punten die in het buitenste, groene deel, vallen) en belemmerende factoren (punten die in het middelste, rode deel, vallen) zijn. In de te downloaden rapportage vindt u een uitgebreide toelichting hierop. Per domein wordt een algemene score gegeven, worden zwakke onderdelen toegelicht en worden aanbevelingen gedaan. Wanneer meerdere respondenten de ForCA QuickScan ingevuld hebben over dezelfde interventie is, om vergelijken te vereenvoudigen, een overzicht van de gegeven antwoorden te vinden.

Moet ik de ForCA QuickScan in zijn geheel invullen?

Nee, dit is niet noodzakelijk: de ForCA QuickScan kan ook gedeeltelijk worden ingevuld. Het is mogelijk om een of enkele domeinen over te slaan. Een domein zelf moet echter wel in zijn geheel ingevuld worden om een betrouwbare score te kunnen krijgen.

Wat doe ik als een vraag niet van toepassing is of als ik het antwoord niet weet?

De vragen van de ForCA QuickScan bieden geen ‘niet van toepassing’ mogelijkheid, dit om mensen te dwingen een keuze te maken. Veel vragen zijn wel dusdanig te interpreteren dat ze in meerdere situaties van toepassing zijn. Als u het antwoord op een bepaalde vraag niet weet, is het wellicht goed om met een collega te overleggen hoe hij of zij tegen de vraag aan kijkt.

Ik begrijp een hoofdvraag niet zo goed, hoe moet ik deze nu beoordelen?

De hoofdvragen zijn bewust algemener geformuleerd zodat ze in meerdere situaties van toepassing zijn. Als u twijfelt wat exact met de hoofdvraag bedoeld wordt, kunt u besluiten om deze in eerste instantie wat lager te scoren zodat de verdiepingsvragen zichtbaar worden. Deze verdiepingsvragen maken in zo’n geval duidelijk waar de hoofdvraag over gaat. Na het scoren van de verdiepingsvragen kunt u vervolgens de score op de hoofdvraag in de gewenste richting aanpassen.

Hoe worden de scores berekend?

De ForCA QuickScan geeft geen hard oordeel in de vorm van een cijfer of en beoordeling in ‘goed’ of ‘slecht’. Implementeren is een complex vraagstuk waarbij dit instrument handvatten wil bieden. De scores in de resultatengrafiek zijn gebaseerd op de scores op de hoofdvragen, door te klikken op de punten van de grafiek zijn de scores op de verdiepingsvragen zichtbaar. In de eindrapportage worden het oordeel en advies gebaseerd op zowel de hoofd- als verdiepingsvragen. Hierbij tellen de scores op de hoofdvragen en de gezamenlijke score op de verdiepingsvragen beide voor 50 procent mee.

Het is nog niet bekend welke interventie geïmplementeerd gaat worden, kan ik de ForCA QuickScan dan wel gebruiken?

Ja, dit kan. Niet alle domeinen hoeven ingevuld te worden, dus het domein interventie kan worden overgeslagen. Wel komen er in andere domeinen vragen terug die aan de interventie gekoppeld zijn, dus in zo’n geval kan het lastiger zijn om een dergelijke vraag te beantwoorden.

Welke literatuur is gebruikt voor de ForCA QuickScan?

De ForCA QuickScan is gebaseerd op zowel de uitkomsten van de workshops met medewerkers van instellingen verbonden aan ForCA, als op diverse wetenschappelijke rapporten en onderzoeken. Hieronder volgt een kleine selectie van de meest gebruikte literatuur:

Bijl, B., Eenhuistra, R., & Campbell, E. E. (2010). Implementatie achter tralies. Een studie naar randvoorwaarden en factoren die van invloed zijn op de implementatie van PIJ-behandelprogramma's. Amsterdam: PI Research.

Fleuren, M. A. H., Wiefferink, C. H., & Paulussen, T. G. W. M. (2010). Checklist determinanten van innovaties in gezondheidszorgorganisaties. TSG, 88(2), 51-54.

Fleuren, M. A. H., Wiefferink, C. H., & Paulussen, T. G. W. M. (2002). Belemmerende en bevorderende factoren bij de implementatie van zorgvernieuwingen in organisaties. Leiden: TNO.

Greenhalgh, T., Robert, G., Macfarlane, F., Bate, P., & Kyriakidou, O. (2004). Diffusion of innovations in service organizations: systematic review and recommendations. The Milbank Quarterly, 82(4), 581-629.

Mikolajczak, J., Stals, K., Fleuren, M. A. H., Wilde de, E. J., & Paulussen, T. G. W. M. (2009). Kennissynthese van condities voor effectieve invoering van jeugdinterventies. Leiden: TNO.

Nas, C. N., Ooyen-Houben van, M. M. J., & Wieman, J. (2011). Interventies in uitvoering. Den Haag: WODC.

Stals, K. (2012). De cirkel is rond. Onderzoek naar succesvolle implementatie van interventies in de jeugdzorg. Utrecht: Universiteit Utrecht.

Stals, K., Yperen van, T. A., Reith, W. J. M., & Stams, G. J. J. M. (2008). Effectieve en duurzame implementatie in de jeugdzorg. Een literatuurrapportage over belemmerende en bevorderende factoren op implementatie van interventies in de jeugdzorg. Utrecht: Universiteit Utrecht.

Vosters, J., & Vogelvang, B. (2011). What works bij implementeren. Den Bosch: Avans Hogeschool, Expertisecentrum Veiligheid.

Staat uw vraag er niet bij? Hieronder kunt u zelf uw vraag stellen. Deze zullen we z.s.m. beantwoorden.

*
*
*